Best Island
Beautiful Island
Beautiful Beach

Wednesday, April 27, 2011

Dinsdag 26 en woensdag 27 april: via Munduk naar Lovina Beach

Dinsdag 26 april – van Kuta naar Munduk
Alie bleek ons weer naar een mooi hotel te hebben gebracht, gisteravond laat… Vanochtend konden we alles ’s goed bekijken, prima kamers, lekker zwembad. Wat hier op Bali meteen opvalt, is het hindoeïsme: overal om je heen zie tempels, beelden, kleine offerplaatsjes en offertjes van bloemen (Afrikaantjes, hortensia’s, vers gras, rijst, snoepjes, wierook). Alles om de (voorouder-)goden te vriend te houden. Bijzonder om mee te maken en volledig geïntegreerd in de Balinese cultuur.
Vanochtend hadden we tot 12 uur vrijaf voor ontbijten, zwemmen (zwembad/zee: een prachtig wit zandstrand!), wat shoppen, want Kuta is een echt toeristenoord met volop zonnebrillen, T-shirts, hemdjes, rokjes en allerlei recreatie-activiteiten. Alie en Marga trakteerden zichzelf vanochtend op een uitgebreide massage.
Met twee auto’s vertrokken we - na het uitchecken, het afrekenen van de minibar en het extra boeken van één kamer voor twee dagen (voor onze koffers) - met lichte bepakking richting Tanah Lot, een hindoeïstische zeetempel, gelegen op een rots in zee. ’t Was ongeveer een uurtje rijden. Onderweg kregen we uiteraard een pepermuntje van Rinus: hij heeft voor elke vakantiedag een rol King meegenomen, 25 in totaal! De tempel Tanah Lot is prachtig gelegen en zowat op iedere folder over Bali te vinden. Hoeveel foto’s zullen hier wel niet van gemaakt zijn… Wij deden driftig mee om het aantal geschoten foto’s verder te verhogen. Peter en Erna durfden de overtocht door het lage zeewater aan en hebben in de tempel een reinigingsritueel meegemaakt. En Rinus schoot, met gevaar voor eigen leven, nog wat foto’s van een fotograferende Arjan. Dat kon niet iedereen op prijs stellen…
We sloten ons bezoek aan Tanah Lot af met een lekker kippensoepje in één van de restaurants terplekke. Met wat rijst erbij een prima lunch! En ook hier: offertjes, beelden, kleuren (oranje, wit, geel), parasolletjes en tempeltjes in overvloed. Wat dat betreft, zijn die Balinezen erg kunstzinnig: alles is rijkelijk versierd.
Onze tocht ging verder over het eiland, in noordoostelijke richting. De bergen in. Poeh, flink klimmen. En altijd weer die brommertjes, ook hier. Alhoewel het niet zo’n gekkenhuis is als in die grote Javaanse steden. Voortdurend zagen we prachtige terrassen met rijstvelden, omzoomd met palmbomen en bananenbomen. Ook doemden er flinke vulkaantoppen (+2000 meter) op, omsluierd met wat wolken. Want ’t was inmiddels wat bewolkt geworden. Arjan kreeg nog een sms’je uit Buitenpost, waarin z’n vrouw Marion meldde dat er in Pangandaran een aardbeving was geweest (waar we vorige week donderdag nog waren, nog maar 5 dagen geleden). Marion had dat in Buitenpost van de vrouw van Irvino gehoord. Arjan heeft nog even met hem gebeld: ’t was een kleine beving van 10 seconden, maar men was nog wel even bang dat er een tsunami zou komen. Gelukkig is het rustig gebleven… Raar dat zo’n bericht je dan via de andere kant van de wereld bereikt. Alie was ondertussen ook druk aan het sms’en met Jan, maar dat ging over de prijs, de aankomsttijd en de dinertijd van ons hotel straks. Ook da’s allemaal goed gekomen.
Onderweg maakten we nog een tussenstop bij een tempelcomplex in en bij een vulkaanmeer. Ook hier flitsten onze fototoestellen weer gewillig en snorden de videocamera’s genoeglijk. Wat een prachtige plek! Er was net een feest geweest en de ‘rommel’ werd net opgeruimd. Da’s ook bijzonder om te zien: de zorgvuldig samengestelde offertjes worden zo met de bezem bij elkaar geveegd. Dat zullen we nog veel vaker zien: het neerzetten van de offertjes gaat met veel devotie, maar daarna verregenen ze, waaien ze op straat, verwelken de bloemen. Je staat er zomaar (per ongeluk) bovenop of je ziet ze in de berm liggen… Heel apart.
Eindpunt van onze reis was het dorpje Munduk, op zo’n 1400 meter hoogte gelegen, in de bergen. De weg ernaartoe was een hele belevenis: hellingen met 30% stijgen of dalen vielen ons regelmatig ten deel. Maar de uitzichten waren er ook naar, alhoewel het wel wat heiig en bewolkt was. Tegen zes uur waren we bij ons hotel Guru Ratna, prachtig gelegen met een fantastisch uitzicht. We werden er, als medereizigers van ibu Alie , allervriendelijkst ontvangen.  Vanuit de ‘eetzaal’ en ook vanuit de slaapkamers van Peter en Erna en Arjan, die vannacht in de ‘backpackers-kamers’ sliepen, was het uitzicht fantastisch. Je ziet groene bergen, terrassen met rijstvelden, de zee en vulkaantoppen op de achtergrond. En met de ondergaande zon erbij was het helemaal het fotograferen waard!
Het Balinese eten smaakte ons prima, net als de bijbehorende thee (gemaakt van verse kruiden uit de bergen). Als toetje kregen we groene pannenkoekjes, gevuld met kokos en palmsuiker. Heerlijk. Eerst allemaal één, maar daarna kwam er nog een tweede ronde rolletjes. Maar die waren enkel bestemd voor ‘iedereen die zelf nog geen rolletjes heeft’.
Omdat Munduk niet bepaald stedelijk gebied is, was de sterrenhemel hier goed te zien. Met behulp van Peters mobiele telefoon (en een handige programmaatje van Google) konden we de sterrennacht analyseren. Zo vonden we het Zuiderkruis, dat alleen op het zuidelijk halfrond te zien is. En het kompas van Jaap gaf aan dat de punt van het Zuiderkruis inderdaad precies naar het zuiden wees. Wel klonk er plotseling een ijselijke kreet: Arjan stapte achteruit en raakte prompt aan lager wal. Gelukkig kon hij uit de goot getrokken worden. De schade: een kleine schaafwond aan de knie.  
Woensdag 27 april – Trekking Munduk, massage Lovina Beach
Deze dag begon voor velen van ons – behalve degenen met oordoppen en degenen die hun gehoorapparaat uit hadden – al vroeg: bij het ochtendgloren begonnen de vele hanen in Munduk te kraaien. En de honden te blaffen. Sjonge, wat een beestenlawaai. Is het geen iman, is het nu een ihaan… Die flinke hanen zitten in manden (omgekeerde korven) en zetten de Balinezen in bij hanengevechten. En kukelekuen dat ze kunnen!
En verder: hoera voor jokkebrok Marga, want ’t is vandaag 27 april, haar verjaardag (zie vrijdag 22 april)! We hebben haar vanochtend feestelijk toegezongen en, namens ons allen, leuke cadeaus gegeven: een leuke Bali-tas en een prachtig fotolijstje met een grappige groepsfoto. Dat had je nou niet hoeven doen… Een feestelijk begin van deze dag; dat belooft nog wat. Daar kan geen Hindoestaanse tempelmus tegenop, beste Rinus. Zelfs niet de mus van psalm 84!
Om 8 uur vertrokken we met een lokale gids richting de rijstvelden (sawa’s). Een flinke tocht van stijgen en dalen over glibberige paadjes, vandaar dat Corrie, Rinus en Ada vanochtend niet meegingen. De trekking was geweldig: we liepen door terrassen met rijstvelden, raakten onder de indruk van het eeuwenoude, ingenieuze watersysteem en kwamen allerlei planten tegen: vanille, koffie, kruidnagel, kokosnoot, banaan, citroengras, cassave, cacao, nootmuskaat, etc. Allemaal specerijen die de VOC ooit exporteerde richting Nederland. Bijzonder om die hier in het wild te zien en te ruiken.


Tijdens een pauze werden er drie kokosnoten uit de boom gehaald en dronken we die om beurten leeg: heerlijke, koele kokosmelk. Door de dikke schil om de noot, blijft de kokosmelk erin lekker koel. Ook roken we aan verse cacaobonen. Een paar keer kwamen we, in een stalletje, een koe tegen, soms met een klein koetje erbij (een kalfje, volgens Spakenburger Jaap, maar daar kan ‘ie wel ’s gelijk in hebben, aangezien hij met boerendochter Eeke is getrouwd). Enkelen van ons zijn bij de laatste klim opgehaald door de auto, maar de echte bikkels (Jenny, Hinke, Jaap, Henk, Peter en Arjan) hebben de hele tocht lopend volbracht.
Na een lekkere douchebeurt en koffie/thee met een gefrituurde bananensnack, vertrokken we met beide auto’s richting Lovina Beach, ongeveer een uurtje rijden. Onderweg proefden we nog de durian: een vrucht die flink stinkt en daarom nog nooit door Alie geproefd was. Maar onze chauffeurs vonden dat je Indonesië niet echt beleefd had, als je niet van de durian gesnoept had. Dus aan de kant van de weg zo’n vrucht gekocht (ongeveer zo groot als een flinke ananas), in stukken laten hakken en het vruchtvlees opgegeten. Proefde niet eens zo gek, maar waarschijnlijk lekkerder als juice/sap.
Om half twee kwamen we aan bij ons nieuwe hotel in Lovina Beach, het Adyita Beach Resort, direct aan zee gelegen. Nadat Alie eruit was over de prijs van de kamers en het diner, konden we meteen een afspraak maken voor een massage van een uur. Een flink aantal van ons heeft zich daarvoor opgegeven. Geen verkeerde keuze: in een uur tijd masseerde een Balinese al je spieren, van top tot teen weer los. Anderen vermaakten zich prima met zwemmen in het zwembad/in zee, lezen, puzzelen en foto’s maken van de vogeltjes in de tuin.      
’s Avonds, bij ons dinerbuffet, werd er een Balinese dansvoorstelling: drie meisjes in traditionele kledij voerden een sierlijke dans op. Dan doet we hun niet na… Avondsluiting deden we in een ‘pondokje’ (onder een afdakje bij zee), in het donker. Corrie kon met een koplampje mooi Henk bijschijnen, zodat hij de kleine lettertjes in de Bijbel goed kon lezen. ‘Schijn een lichie op mij…’
Morgen vroeg op, om 5.45 uur vertrekken we met bootjes vanaf het strand. Een eind uit de kust gaan we dan, als het goed is, dolfijnen spotten. En voor de liefhebbers is er snorkelen toe. Maar voor nu: welterusten!

No comments:

Post a Comment