Zondag 17 april - naar de kerk bij SETIA
Het is zondagmiddag, halfzes. Buiten regent het en het rommelt een beetje in de lucht. Verder is het hier erg rustig, we doen het vanmiddag was rustig aan… Een echte rustdag, alhoewel: rustmiddag. Vanochtend waren we vroeg op: het ontbijt werd om 6.15 uur geserveerd, om 6.45 uur zaten we in de bus. Op weg naar de kerkdienst van het meisjesinternaat van SETIA.
Onderweg was het nog rustig in de stad. Op verschillende plekken waren al wel oude oma’s in de weer met het bakken/koken van het eten dat je straks langs de weg kunt kopen. Tegen acht uur waren we bij de SETIA-locatie. De meisjes zitten gehuisvest in een oude verslavingskliniek: een net gebouw, dat SETIA te leen heeft gekregen. In augustus moeten ze eruit en verhuizen de meisjes naar de locatie waar we vrijdagmiddag waren. We werden verwelkomd door de directrice (met dezelfde achternaam als de schoondochter van Hinke, afkomstig van dezelfde clan op de Molukken). Na een flesje water, een lied en het kerkenraadsgebed kon de dienst beginnen. Deze SETIA-gemeente bestaat momenteel eigenlijk alleen maar uit meisjes; op hun vorige locatie kwamen er ook wel mensen uit de buurt naar de diensten. Nu is dat nog niet gelukt.
Na een hartelijk shalom van de directrice gaat Jan voor in de dienst. De liederen staan op papier en worden begeleid door een keyboard. En hard zingen dat die CETIA-meiden kunnen, als een leger van de Heer! Mooi. Het zijn er wel 200-300 en ze zitten allemaal keurig in rijen op de grond. Tijdens de dienst sprak Ada, namens ons allen, de meisjesgemeenschap toe. Je zag haar onderwijzersbloed weer sneller stromen; ze heeft in no-time de groep voor zich gewonnen. Jan vertaalde simultaan naar het Indonesisch: ‘We verstaan weinig van wat er vanochtend gezegd wordt, maar één woord hebben we al een paar keer voorbij horen komen: Yesus Kristus. En dat is wat ons verbindt met elkaar. We bidden voor jullie en vragen of God jullie wil helpen bij jullie toekomstige taken in de gemeente of op school. God bless you all!’ En door te vertellen dat ze ooit dominee Jan als klein jongetje in de klas heeft gehad, kreeg ze de lachers op de hand. Als groep zongen we vervolgens de meisjes en docenten ‘Vrede zij U’ toe.
Jan preekte daarna over Hebreeën 11: 26, waarin staat dat Mozes uitzag naar de beloning, naar de komst van het volmaakte leven op de nieuwe hemel en de aarde. En omdat Mozes uitzag naar die beloning, waardeerde hij de smaad van Christus hoger dan de schatten van Egypte. Alles in het Indonesisch, dus daar hebben we weinig van meegekregen. Gelukkig ging de dominee daarna met ons op stap, dus konden we hem nog om een korte samenvatting vragen. Na een aantal liederen, een zuiver gezongen lied van een groepje meiden en gezamenlijk gebed werd de dienst afgesloten.
Vervolgens werden de jarigen van die week naar voren geroepen en hartelijk ‘Happy birthday to you’ toegezongen. En ook ons werd verzocht in de rij vooraan te komen staan, zodat we alle 200-300 meiden de hand hebben geschud. Daarna begonnen de fotosessies weer: het is namelijk bere-interessant om met zo’n ‘witte reus’ uit Nederland op de foto te gaan…. Nadat we om 10.15 een alternatieve zondagse appeltaart of gevulde koek naar binnen schoven (vandaag was het rijst, pasta, kippenpoten; overheerlijk), krijgen we nog een inkijkje in de bibliotheek. Daar waren ook (vertaalde) boeken van Litindo-schrijvers (zoals Gerrit Riemer, Henk Venema en Jacob van Bruggen) present, evenals de Kabar Baik Ceria, de vertaalde kijkbijbel van Kees de Kort (uit het CeriA-project van De Verre Naasten). Iets na elfen vertrokken we weer uit het meisjesinternaat.
Daarna bezochten we de MDiv-studenten van SETIA: junior-docenten, predikanten, schooldirecteuren van SETIA-vestigingen en -gemeenten die een driejarige masterstudie doen (zes keer een semester van 12 studieweken, dus 2x12 weken/jaar) en daarvoor naar Jakarta komen. Dat betekent dat ze dan hun gewone werk in de gemeente of op school achter zich laten en 12 weken intensief studeren voor een mastertitel: Master of Divinity (MDiv). Deze opleiding wordt grotendeels vanuit Nederland gesponsord (door de Groningse en Overijsselse Zendingsdeputaten, samen met De Verre Naasten). Afgelopen week heeft Jan er lesgegeven en ook ds. Dick Mak is daarvoor in Jakarta. De ontvangst was hartelijk en ging er ontspannen aan toe: alle aanwezige studenten - de jongste was 25, de rest ouder - vertellen iets over zichzelf: waar ze vandaan komen, wat hun dagelijkse beroep is, of ze getrouwd zijn/kinderen hebben. Henk sprak hen namens ons toe: dat ze tot zegen mogen zijn voor hun scholen/gemeenten. En Corrie sloot af met dankgebed: dank voor deze jonge mensen (en hun gezinnen) die huis en haard verlaten om te studeren en daarmee Gods woord verder te brengen in Indonesië. Ook hier vertaalde Jan simultaan, van Indonesisch naar Nederlands en andersom en soms nog weer met Engels ertussendoor. Af en toe raakte zelfs Jan het spoor bijster… Na een groepsfoto vertrokken we weer.
Aan het begin van de middag maakten we een rondtoer door Jakarta, waarbij gelukkig voor en bepaalde reiziger een sanitaire stop gemaakt kon worden… De bus bracht ons naar het voormalige Koningsplein (tegenwoordig: Merdekaplein), waar we als Japanse toeristen allerlei high-lights konden fotograferen: het Nationaal Monument (naald, 137 meter hoog), twee paleizen uit de koloniale tijd (nu staatspaleizen), de kathedraal van Jakarta, de Gereja Immanuel (voormalige Willemskerk waar nog elke zondag een Nederlandse dienst wordt gehouden) en de Mesjid Istiqlal, één van de grootste moskeeën van Zuidoost-Azië.
Tegen 15.00 uur waren we terug bij ons guesthouse en werd er – zoals een ware rustdag betaamd – flink gerust. Om zes uur hebben we weer heerlijk gegeten en daarna met elkaar een Paaspreek gelezen over de verheerlijking op de berg. En na een bakje koffie begaf eenieder zich ter ruste… Oant moarn!
Maandag 18 april - via een theeplantage naar Bandung
Weer op tijd opgestaan: om 6.45 uur zijn de koffers in de bus gezet, daarna ontbeten, de sleutels ingeleverd en uitgezwaaid door het personeel. Als verrassing kregen we een ingelijste groepsfoto mee. Jan bleef achter in Jakarta; hij geeft de komende dagen les aan de MDiv-studenten van SETIA en vliegt daarna door naar Soemba om les te geven aan de theologische opleiding daar. Wij zullen hem daar ook weer ontmoeten, ijs en weder dienende. Of beter: zo de Here wil, want dat besef je ook altijd weer als je zo’n eind van huis bent…
De reis gaat vandaag via Bogor naar Bandung, zo’n 150 kilometer vanaf Jakarta. Dan zou je denken dat zo’n tochtje in een uurtje of drie gepiept is, maar zo niet in Indonesië. De wegen zijn hier overvol met busjes, auto’s, scooters en vrachtauto’s en bij ieder kruispunt is het een drukte van belang. Ook passeren we vandaag de Puncak Pas, een mooie route, waarbij de weg langzaamaan naar boven gaat, naar de top van de op 1500 m hoogte gelegen Puncak Pas. En met ons busje gaat zo’n klim niet bijster snel… In eerste instantie bleek de toegangsweg naar de pas afgesloten, waarbij een ‘komische agent’ ons twee keer terugwees. Maar tegen 9.15 uur konden we aan de klim beginnen.
Onderweg stopten we bij coöperatieve theeplantage en -fabriek Gunung Mas. Helaas was de fabriek vandaag gesloten, maar werd ons wel het verwerkingsproces van theeblaadjes uitgelegd. De pakjes first-class black tea vonden, na aanprijzingen van Alie over de unieke smaak, gretig aftrek. We zullen ’t thuis gaan proeven. Daarna hebben we even rondgewandeld op de plantage: een prachtig gezicht. Rinus is en blijft een Sinterklaas: zo gauw er kinderen in de buurt zijn, valt hij in zijn oude decemberrol en wuift hij de kinderschare toe en deelt hij handdrukken uit. Met daarbij een gulle lach. En het liefst gaat hij ook met ze op de foto. Andersom net zo goed, want zo’n reuze-opa zien ze niet elke dag. Na een bakje gemberthee en een versgebakken rijst/kokoskoekje (Peter, bedankt) vervolgden we onze trip.
Inmiddels was het beginnen te regenen, dus de uitzichten waren net wat minder dan waar we op hoopten. Toch bleef het landschap prachtig: overal groen, theeplantages, groente- en fruittuinen en op de achtergrond vulkanische bergen. Direct over de pas brak de zon weer door. Even verderop hebben we in een keurig restaurant gegeten: nasi goreng en foe yong hai. Aan de andere kant van de Puncak Pas zagen we ook de eerste rijstvelden (sawa’s), verderop werden het er steeds meer. Een mooi gezicht. Verder kwamen we langs een aantal cementfabrieken en steenhouwerijen.
Tegen vier uur raakten we in de buurt van Bandung; de drukte van de stad komt je alweer tegemoet. Wat opvalt, is de temperatuur hier: die is een stuk lager dan in het hete Jakarta. Dat komt omdat Bandung een stuk hoger ligt. En de wolkenkrabbers ‘missen’ hier aan de skyline. Na vijf uur waren we bij ons hotel: mooie ruime kamers met een prachtig, groen uitzicht. Airco is hier niet nodig, het klimaat is aangenaam. Om zeven uur aten we, daartussen hebben sommigen gezwommen in het zwembad, andere rustten wat. Het eten was heerlijk, alhoewel bij Jenny, Erna en Rinus het zweet flink uitbrak en de tranen zowat over hun wangen biggelden. De sambal/pepertjes waren toch wat heter dan de eerste inschatting was… Na het bekijken van de Rinus’ foto’s op de Ipad van Ada (ja, deze oma is erg bij de tijd!), gingen we slapen in Bandung. Morgen om 7 uur ontbijt.
No comments:
Post a Comment