29 september 2010
Na onze nachtelijke avonturen aan de mooring voor het resort op Nunukan was het duidelijk dat we daar geen tweede nacht wilden liggen. 's Ochtends hebben we nog een paar duiken gemaakt en daarna zijn we naar het resort gegaan om de rekening van de avond daarvoor te betalen en om afscheid te nemen van Marion en haar crew.
Een mooie plek voor het resort op Nunukan maar een onmogelijke ankerplaats!Een klein en afgelegen eiland als Nunukan is een onwaarschijnlijke plek voor een resort maar Extra Divers hebben er toch een mooi duikresort met 22 bungalows uit de grond gestampt. Grond is trouwens een verkeerd woord want die vindt je niet op het eiland wat alleen maar bestaat uit tsingy-achtig gesteente zoals ook op Aldabra. Het is ook een 'raised coral island' en om van het restaurant naar de bungalows aan de andere kant van het eiland te lopen, is een houten wandelpad over de scherpe rotsbodem gebouwd.
Aan de weelderige begroeing is niet te zien dat alles hier groeit op een stekelbed van scherpe rotsen Met drie gasten was het resort nou niet bepaald vol geboekt maar Richard, een Maleise duiker en journalist die er was voor een artikel, liet ons zijn fraaie bungalow zien met uitzicht over de lagune aan de noordzijde. Daar hebben we nog wat rondgescharreld in de laagwater poeltjes. Eric vond een heel merkwaardig krabje en de gaten zaten vol met jonge murenen. Veel tijd hadden we echter niet meer want we wilden nog naar Kakaban die dag maar dat was met 12M niet zo ver.
De laagwater poeltjes aan de noordzijde van Nunukan zaten vol leven als je er oog voor had Eenmaal los van de mooring hadden we eerst flinke stroom mee maar nadat we een wervelstroomgebiedje gepasseerd waren kregen we stroom tegen. In zo'n gebiedje, meestal met een doorsnede van 50 tot 100m, botsen twee tegenovergestelde stromingen tegen elkaar op en dat levert woelig water op, lastig in de bijboot maar voor ALK geen probleem. Eenmaal verder op weg werd de tegenstroom sterker en om op tijd aan te komen zette ik de motor een tandje hoger. Een gegeven moment begon het temperatuur alarm echter te piepen en moest ik de motor uitzetten om te controleren wat er aan de hand was. De V-snaar voor de aandrijving van de waterpomp was in orde, koelvloeistof niveau ok, schroefas draaide licht rond, kortom ik kon geen duidelijke oorzaak vaststellen. Toen ik het achterluik opendeed kwam er echter wel een flinke rookwolk stinkende lucht op me af. Het oude euvel van de weg gelekte verf had de kop weer opgestoken waarschijnlijk omdat de uitlaat extra heet werd vanwege de te hete motor. Na deze inspectieronde startte ik de motor opnieuw en langzaam zag ik de temperatuur weer dalen. Waarschijnlijk was er sprake geweest van een air-lock in het koelsysteem. Ondertussen zag ik op CMap dat we een flink eind uit de richting waren gedreven door de stroming. Onze 12M zou een lange trip worden!
Pas kort voor zonsondergang konden we de ZO punt van Kakaban ronden en voeren we verder langs de zuidkust waar we hoopten veilig te kunnen liggen in geval van onweersbuien. Alleen we hadden geen idee of en hoe we daar konden ankeren. De kust bleek overal steil omhoog op te lopen, ook dit eiland was een 'raised coral atol'. Toen het al bijna donker was kwamen we eindelijk aan bij een steiger waarvandaan je naar het bijzondere zoetwatermeer kon lopen maar een geschikte ankerplek was er niet. Hoe gingen we dit in het donker aanpakken? Ankeren was onmogelijk want de bodem liep van 45m diep, steil op naar minder dan 2m en we wilden geen koraal beschadigen. Eric hoefde niet lang na te denken en schoot snel in zijn duikpak en ging met de onderwaterlamp het water in om te kijken waar hij een lijn rond een koraalhoofd kon vast maken. Hij had even nodig om een geschikte plek te vinden maar na een minuut of 20 had hij een goede plek gevonden en konden we de mooring lijn klaar maken. Ik ging daarmee in de dinghy met Eric mee en eenmaal ter plaatse gaf ik de lijn aan terwijl Eric beneden de lijn rond een koraalrots vastlegde. Ondertussen deed Andre zijn eerste ervaring op in zijn eentje aan het roer van 'ALK'. Niet eenvoudig om haar in het stikdonker vrij van het rif te houden zonder te ver van ons weg te varen. Af en toe scheen ik even met mijn lampje zodat hij kon zien waar we zaten en zo nu en dan kon ik hem wat aanwijzingen toe schreeuwen. Toen Eric de lijn eenmaal goed vast had gemaakt kon ik Andre naar onze plek dirigeren en konden we ALK vastleggen aan haar nieuwe mooring. Voor het eerst dat we deze klus in het donker moesten doen maar het lukte allemaal goed en de beloning was ernaar...sashimi van onze eigen tingiri met soyasaus en wasabi en pastis om de vis weg te spoelen. Een godenmaaltijd! We hebben ons nog wel afgevraagd of we ook vrij van het koraal zouden blijven als de wind zou draaien maar die kans was klein. Bovendien konden we dit alleen maar 'by trial and error' vaststellen en de pastis smaakte zo lekker dat we ons daar maar geen zorgen om hebben gemaakt en na de maaltijd zijn we vroeg onze kooien ingerold. Het was een vermoeiende dag geweest en iedereen was snel onder zeil.
Voor anker aan onze eigen mooring in KakabanTot we midden in de nacht regendruppels in de voorkooi voelden. Geen probleem, luik dicht gedaan en verder slapen dachten we. Nou niet dus, want kort daarna voelden we dat we het koraal licht beroerden! De wind was helemaal gedraaid en we lagen ineens aan lagerwal met de hek in het ondiepe koraal. We schrokken allemaal tegelijk wakker en gingen meteen aan de slag. Andre deed alle patrijspoorten dicht en startte GPS en computer, ik ging aan het roer en Eric hield in de nu stromende regen op het voordek in de gaten hoe de mooringlijn stond terwijl ik weg voer van het koraal. We zaten er niet in vast en lagen gelukkig weer snel in meer dan 35m diep water, maar wat nu?
Losgooien en de rest van de nacht (het was inmiddels 4:00) rondvaren of met de motor bij tegen de mooringlijn in vrij varen van het koraal tot de bui over was. Met de motor langzaam vooruit konden we goed vrij varen, de golven waren vooralsnog mild en ik koos ervoor aan de mooring te blijven liggen. De regen hield ondertussen aan en voor enige tijd konden we het eiland achter ons alleen nog maar vaag zien. Maar een gegeven moment opperde Andre voorzichtig dat we veel verder van het eiland leken te liggen. Ik wilde het nog niet meteen geloven, de lijn stond immers nog steeds strak naar achteren maar toen ik op CMap keek zag ik dat we inmiddels meer dan een mijl van het eiland waren weg gevaren! Het rotsblok moest zijn afgebroken en dat sleurden we nu met ons mee aan de mooringlijn. Ik deed nog een poging de lijn met de lier aan boord te krijgen maar Eric bracht me op andere gedachten want wat te doen als dat 'blok aan ons been' aan de oppervlakte was? In het donker zouden we het niet kunnen losmaken en dan was er nog kans op verfschade aan de romp. In de buurt van het eiland blijven en wachten tot het licht werd was de beste oplossing en toen Andre aanbood het roer te nemen konden Eric en ik konden gaan rusten.
De zon was al even op toen ik wat gerommel aan dek hoorde en toen ik nog met een duffe kop aan dek kwam bleek dat Andre en Eric ALK al bevrijd hadden van haar ongewenste ballast. Eric was met de fles naar 25m afgedaald waar het rotsblok in de lijn hing, had de knoop losgemaakt waarna het blok naar de peilloze diepte zonk en de lijn aan dek kon worden gehesen. Waar vindt je zulke crew!
Ondertussen was de wind weer opgestoken en er was geen denken aan terug te gaan naar Kakaban want dat lag nu aan lagerwal. In Sangalaki zouden we beter moeten kunnen liggen. Het eiland is weliswaar helemaal omgeven riffen maar daartussen zouden we wel een redelijke ankerplaats moeten kunnen vinden...
Zo gingen we in de nog vroege ochtend langzaam op weg naar Sangalaki 6 mijl westelijk van Kakaban.
No comments:
Post a Comment